GEWOONTE-OBSTAKELS EN AANBEVELINGEN OM ZE TE OVERWINNEN
Gewoonte-obstakels weerspiegelen hoe mensen vastgeroest raken in hun eigen manier van gedrag. Deze hindernissen kunnen alleen uit de weg worden geruimd als personen die gewoontegedrag vertonen en vastzitten in bepaalde manieren van doen, bereid zijn kritisch en openlijk na te denken over waarom ze zich op een bepaalde manier gedragen, om zo het proces van gedragsverandering te kunnen starten dat hen verhindert een samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en werk op te zetten. Het VET@work-team heeft de volgende vijf gewoontebelemmeringen geselecteerd die het opzetten van samenwerkingsverbanden tussen beroepsonderwijs en werk in de weg staan:
- Obstakel 1: Motivatie
- Obstakel 2: Mentaliteit
- Obstakel 3: Communicatievaardigheden
- Obstakel 4: Inzet
- Obstakel 5: Verwachtingen
Uit gesprekken met aanbieders van beroepsonderwijs en bij het opleiden van leerlingen betrokken leraren, werkgevers en werknemers hebben we gemerkt dat motivatie, mentaliteit, communicatievaardigheden, inzet en verwachtingen de vijf belangrijkste gewoonte-obstakels voor het opzetten van pedagogische samenwerking waren. Gewoonte-obstakels weerspiegelen hoe mensen vastgeroest zijn in hun eigen manier van gedrag en persoonlijke denkwijze. Daarom is het belangrijk dat de persoon die zijn/haar mentaliteit wil veranderen, echt bereid is om kritisch en open na te denken over zijn/haar acties en gedrag. Dit kan niet worden afgedwongen door externe belanghebbenden en is iets waarop de aanbieders van beroepsonderwijs en andere belanghebbenden geen invloed hebben. We zijn ons ervan bewust dat het heel gemakkelijk is om vast te zitten in je manier van doen, omdat dit je een gevoel van veiligheid geeft. Als je echter wilt dat er verandering komt, moet je openstaan voor zelfreflectie en bereid zijn je open te stellen voor verandering en onbekende gebieden te betreden.
Om een samenwerking tussen beroepsonderwijs en werk te beginnen, moet je daar belangstelling en wil toe hebben. Een samenwerking kan nooit worden geforceerd! Een gedwongen samenwerking is gedoemd te mislukken. Het VET@work team heeft vele goede samenwerkingen zien mislukken omdat het management zijn personeelsleden dwong tot samenwerkingsprojecten waar geen belangstelling voor bestond. In feite heeft dit de motivatie om samen te werken om zeep gebracht! Onze aanbeveling is dat aanbieders van beroepsonderwijs en werkgevers middelen selecteren en toewijzen aan diegenen die bereid en gedreven zijn om een dergelijk project op zich te nemen. Geef deze personeelsleden zonodig voldoende ruimte in hun agenda door andere taken en opdrachten naar anderen te verschuiven.
We hebben ook gemerkt dat als er één ding is wat de motivatie onderuit haalt, het el is dat de leerkrachten en werkbegeleiders niet voldoende tijd hebben om met elkaar door te brengen en een vertrouwensrelatie op te bouwen en/of te onderhouden. Om leerkrachten gemotiveerd te houden om samen te werken met werkgevers en werkbegeleiders en andersom, moeten ze daar voldoende tijd voor hebben. We bevelen aan om het personeel voldoende middelen toe te wijzen voor het leggen en onderhouden van contacten met elkaar. Dit zal de motivatie voor nieuwe manieren van samenwerking van alle betrokkenen ten goede komen.
Andere factoren die de motivatie ondermijnen, zijn negatieve ervaringen uit het verleden en gebrek aan langetermijnplanning. De aanbieders van beroepsonderwijs en de docenten moeten belangstelling tonen voor de behoeften en wensen van de werkgevers en de mentoren en er moet een kanaal zijn waarlangs de werkgevers/mentoren de aanbieders en docenten van beroepsonderwijs kunnen bereiken wanneer dat nodig is. Als een onervaren mentor bijvoorbeeld een leerling krijgt die situaties veroorzaakt waarin de mentor de steun van de leraren nodig heeft, maar de mentor de leraar niet kan bereiken, is de kans groot dat de mentor in de toekomst niet meer gemotiveerd zal zijn om een leerling aan te nemen en zijn werkgever zal informeren over de problemen waarmee hij te maken heeft gehad.
Als de aanbieders en docenten van het beroepsonderwijs geen belangstelling tonen voor wat er in hun vakgebied gebeurt, zal dat een negatief effect hebben op de motivatie. Werkgevers en mentoren zullen merken dat de aanbieders en docenten van beroepsonderwijs niet geëngageerd en/of gemotiveerd zijn om samen te werken. Een manier om dit te voorkomen is de werkgevers/mentoren te laten zien dat de aanbieder van beroepsonderwijs oprechte belangstelling heeft door bijvoorbeeld senior managers of docenten op stage of regelmatig op studiebezoek naar de bedrijfstak te sturen. Door senior managers en docenten naar bedrijven te sturen, zullen zij de voordelen van samenwerking met de werkgever kunnen bespreken en tegelijkertijd een vertrouwens- en respectrelatie kunnen opbouwen. Je kunt ook de rollen omdraaien en werkgevers en werkbegeleiders op school uitnodigen voor stages en/of studiebezoeken. Door elkaar op deze manier te bezoeken kunnen aanbieders van beroepsonderwijs, docenten, werkgevers en werkbegeleiders kennis opdoen van elkaars realiteit en dagelijkse activiteiten en zal hun vertrouwen en motivatie in het opzetten van nieuwe en innovatieve samenwerkingsverbanden toenemen.
Mentaliteitsverandering is altijd een uitdaging! Het is erg makkelijk om de dingen te blijven doen zoals ze altijd zijn gedaan. Waarom iets veranderen dat goed lijkt te werken?! Nieuw terrein betreden en je geest openstellen voor nieuwe manieren om dingen te doen is eng en veroorzaakt vaak gevoelens van angst en onzekerheid. In sommige gevallen is het gemakkelijker om op de oude voet door te gaan, ook al is dat wat je doet achterhaald en niet meer van deze tijd. Eén manier om mentaliteit te veranderen en gevoelens van angst en onzekerheid weg te nemen is het nemen van tijd om vertrouwen en communicatiekanalen op te bouwen. Hoe meer tijd je met elkaar doorbrengt en hoe meer je over elkaars werkelijkheden te weten komt, des te veiliger je je voelt. Samen tijd doorbrengen maakt regelmatige, open en doeltreffende communicatie mogelijk en geeft een gevoel van veiligheid waardoor je oude gewoontes en denkpatronen kunt veranderen die je hebben weerhouden van deelname aan samenwerking tussen beroepsonderwijs en werk.
In sommige gevallen kan er een gevoel zijn dat de andere partij geen respect heeft voor de samenwerkingspartners en dat zij je capaciteiten onderwaarderen. Er kan een gevoel ontstaan dat de andere partij niet in staat of bereid is om buiten de gebaande paden te denken en dat ze vooroordelen hebben over jouw capaciteiten. Deze gedachten/gevoelens kunnen gemakkelijk resulteren in een gesloten mindset die je ervan weerhoudt om samen te werken. Nogmaals, de oplossing hiervoor is het openen van de communicatiekanalen en ontvankelijk zijn voor de behoeften en wensen van degenen met wie je samenwerkt.
Samenwerken vereist goede communicatievaardigheden en de kennis van hoe je je in bepaalde omstandigheden moet gedragen. De manier waarop je spreekt en handelt kan een samenwerking maken of breken. Je moet bereid zijn je manier van communiceren te herzien en af te stemmen op de partner met wie je gaat samenwerken. Het vermogen en de bereidheid om op het juiste niveau met anderen te communiceren en het eens te worden over het vinden van een gemeenschappelijke taal zijn de sleutels tot het aangaan van samenwerkingsverbanden. Je moet bereid zijn om een actieve luisteraar te worden.
Je hoeft niet te veranderen in iemand die je niet bent, maar je moet wel in staat zijn je gedrag aan te passen. Als je hiertoe bereid bent, zul je in staat zijn een relatie van respect, loyaliteit en vertrouwen op te bouwen met degenen met wie je wilt samenwerken.
Bij het opzetten van een samenwerking moet je je ervan bewust zijn dat je een verschillende taal spreekt, werktaal versus academische taal. Zorg ervoor dat je het eens bent over de te gebruiken terminologie en vermijd afkortingen, aangezien deze gemakkelijk gevoelens van onzekerheid kunnen opwekken en tot misverstanden kunnen leiden en in het ergste geval samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en werk in de weg kunnen staan.
Zoek uit hoe je je moet gedragen en wat als professioneel gedrag wordt beschouwd, aangezien dit kan variëren naargelang de grootte van het bedrijf, het vakgebied, enz. Wees bereid om je gedrag aan te passen. Je wilt toch niet dat een samenwerking mislukt omdat je niet bereid was je daartoe in te spannen? Leer en verbeter je vaardigheden om mensen te doorgronden en accepteer dat er een generatiekloof bestaat en die van invloed kan zijn op gedrag en manieren van communiceren. Wees geduldig! Neem de tijd voor effectieve communicatie en denk eraan om proactief te zijn in plaats van reactief!
Als laatste gewoonte-obstakel hebben wij inzet gekozen! In sommige gevallen zijn de personeelsleden niet toegewijd aan hun beroep. Ze doen hun werk gewoon omdat ze een inkomen nodig hebben. Deze personeelsleden zijn niet bereid om iets extra’s te doen. Als het merendeel van de personeelsleden alleen maar werkt om rond te komen, zal dit er zeer waarschijnlijk toe leiden dat er geen samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs tot stand komt. Om deze personeelsleden te inspireren en geëngageerd te krijgen, raden wij je aan om met je werknemers rond de tafel te gaan zitten en afspraken te maken over gemeenschappelijke doelstellingen en hoe die het best kunnen worden bereikt. Spreek af wat voor soort inzet en steun zij bereid zijn te geven aan de samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en schrijf dit op. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens voortgangsgesprekken die de managers met hun personeel voeren.
Om betrokkenheid van uw personeel te krijgen, moeten aanbieders van beroepsonderwijs en werkgevers ervoor zorgen dat hun personeel het gevoel heeft dat zij een inbreng hebben in hun taken. Als werkgevers het gevoel hebben dat hun standpunten en meningen er niet toe doen, zal hun engagement beginnen af te nemen. Door het personeel inspraak en medezeggenschap te geven, wordt de eigen inbreng gestimuleerd en de betrokkenheid vergroot. Een gemeenschappelijk begrip van wat je wilt bereiken en wanneer, is van vitaal belang voor elke vorm van geëngageerde samenwerking.
Een ander aspect dat betrokkenheid in de weg staat, is het ontbreken van gemeenschappelijke doelstellingen. U moet het eens zijn over korte- en langetermijndoelstellingen, hoe deze te bereiken en wie waarvoor verantwoordelijk is. Het is niet alleen voldoende om deze doelen te stellen. U moet de voorwaarden regelmatig evalueren en bijstellen. Door gemeenschappelijke doelen, verwachtingen en gedragsregels vast te stellen, wordt voorkomen dat de betrokken partijen te hoge verwachtingen hebben en doelen stellen die niet haalbaar zijn.
Ons laatste gewoonte-obstakel is verwachtingen! Het hebben van onrealistische verwachtingen zal resulteren in slechte of mislukkende samenwerking. Bij het opzetten van een samenwerking moet je eerlijk zijn over wat wel en niet gaat werken. Je moet niet bang zijn om problemen die je waarschijnlijk gaat krijgen onder ogen te zien en aan te pakken. Schrijf alle te verwachten obstakels op en maak er oplossingen voor. Door samen te werken aan het verduidelijken van doelstellingen en obstakels zul je invloed kunnen uitoefenen op de verwachtingen die alle betrokkenen hebben en zullen je verwachtingen realistischer worden.
Een ander veel voorkomend obstakel is het hebben van te hoge verwachtingen. Om dit te vermijden, moet u gaan zitten en luisteren naar wat de andere betrokkenen te bieden hebben. Om aan de gestelde verwachtingen te voldoen, moet u alle betrokkenen (aanbieders van beroepsonderwijs en, leraren, werkgevers en hun personeel) betrekken bij het maken van afspraken over wat door wie kan worden gedaan. Vermijd verkeerde percepties van wat kan worden gedaan en grijze gebieden. Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden en gemeenschappelijke communicatielijnen in het begin helpen verkeerde percepties en mogelijke grijze gebieden te voorkomen. Om misverstanden te voorkomen raden wij aan een gezamenlijke overeenkomst op te stellen waarin de verwachtingen centraal staan. Hoe realistischer de verwachtingen, hoe groter de kans op succes. Vergeet niet te leren van ervaringen uit het verleden, wees eerlijk en bereid tot compromissen en luister naar elkaar.